Isabella de Moerloose

Meeslepend openhartig
Gent? 1661? - ? na 1712

De Zuid-Nederlandse Isabella de Moerloose was een eigenzinnige vrouw die vaak in conflicten verzeild raakte. In het Vrede tractaet verdedigt ze bijna 700 pagina’s lang meeslepend en openhartig haar standpunten en beslissingen.

In de zeventiende eeuw hielden mensen net als nu dagboeken bij, maar ze publiceerden ze haast nooit. En ook autobiografische romans of memoires met een terugblik op iemands leven verschenen er niet veel. De auteurs ervan waren bovendien meestal rijke mensen. Alleen al omdat de schrijfster uit de eenvoudige burgerij kwam, is het autobiografische Vrede tractaet uit 1695 van Isabella de Moerloose een opmerkelijk boek. Het is ook bijzonder omdat De Moerloose in eenvoudige spreektaal over haar leven vertelt. Drie onderwerpen krijgen veel aandacht: haar jeugd in Gent, haar huwelijk in Zeeland en haar keuzes voor verschillende geloofsrichtingen.

Strenge opvoeding

Op de titelpagina van het boek noemt Isabella zichzelf ‘moederloze weduwe’. Dit kan een aanwijzing zijn dat de achternaam ‘de Moerloose’ een pseudoniem was, met de betekenis: ‘kind zonder moeder’. De schrijfster lag in haar jeugd vaak overhoop met haar moeder, die haar oudste kind een strenge opvoeding gaf vanaf het moment dat er een tweede kind kwam. Die omslag was nogal een verrassing want aanvankelijk werd De Moerloose gezien als een bijzonder meisje en werd ze door iedereen op handen gedragen. Ze beschrijft het aan het begin van haar boek:

Vooreerst hebbe ik gemurmureerd, omdat mijne vrienden mij wonderlijk noemden als ik een klein kind was, om gemene zaken. Ik was de eerstgeborene mijner moeder, en omdat zij vrede kreeg met haar stiefvader met dat zij van mij bezwangerd was, zo noemde zij mij Vredebrengster. En als ik geboren was, en zij bevonden een helm, en dat ik gemeen goed was, of tegen eenieder vriendelijk, zo noemden zij mij wonderlijk. Als ik dat hoorde, zo zeide ik: ‘’t is wonder dat men gemene zaken ongemeen noemt’, en vervolgde: ‘wat is er gemener als dat een liefhebber van kinders een vrouw liefkoost, of vriendschap bewijst als zij zwanger is; ten tweeden dat een kind vriendelijk is, dat niet als vriendschap ontvangt, en allemansvriend dat van iedereen aangetrokken en geliefkoosd wordt, zoals de eerste geborenen doorgaans doen zo lang als er geen andere en bennen; waarom? Omdat die dan de liefde alleen hebben, daar zij anders maar een deel van en krijgen, en dat bijzonder als de grootvaders en grootmoeders nog leven, doordat elk begerig is om daarmede te spelen, en eer het eens rond geweest is, zo heeft het zo veel verandering, dat het stof heeft om gedurig lustig te zijn.’

In de eerste plaats heb ik van me laten horen omdat mijn vrienden me toen ik een klein kind was om doodgewone zaken ‘wonderlijk’ noemden. Ik was mijn moeders eerste kind en omdat zij vrede sloot met haar stiefvader in de tijd dat ze zwanger werd van mij, noemde ze mij ‘Vredebrengster’. En omdat ik geboren werd ‘met de helm’ en gewoonlijk aardig was en tegen iedereen vriendelijk, noemde men mij ‘wonderlijk’. Toen ik dat hoorde, zei ik: ‘het is eigenlijk wonderlijk dat men gewone dingen zo ongewoon vindt’, en vervolgde: ‘wat is gewoner dan dat een kindervriend een vrouw liefkoost of vriendelijk voor haar is als zij zwanger is; ten tweede dat een kind vriendelijk is dat alleen maar vriendschap krijgt, en dat zo’n kind een allemansvriend is dat door iedereen aangehaald en geliefkoosd wordt, zoals de oudsten doorgaans zijn zolang er nog geen andere kinderen zijn; waarom? Omdat zij dan nog in hun eentje de liefde hebben waar zij later maar een deel van krijgen, en dat in het bijzonder als de grootouders nog leven, omdat iedereen met dat kind wil spelen, en tegen de tijd dat het de kring rond geweest is, heeft het genoeg afleiding gehad om voortdurend vrolijk te zijn.’

Met de helm geboren worden wil zeggen dat het geboortevlies nog aan het hoofd hangt. Het werd gezien als teken van iets bijzonders en het leverde De Moerloose de bijnaam ‘wonderlijk’ op. Daar kwam nog bij dat ze zo’n lief kind was, een vredebrengster zoals haar moeder eerst zei. Later voelde Isabella zich dus door haar in de steek gelaten.

Uitverkoren door God maar kritisch op de Bijbel

De Moerloose had het gevoel dat God haar uitverkoren had om speciale dingen te doen. Hij wilde haar gebruiken om de wereld te verlossen van de duivel. Daarmee kreeg ze de rol die Christus ook gehad had. De titel van haar boek zinspeelde hierop: Vrede tractaet, gegeven van de Hemel door vrouwenzaet. Dit betekent: ‘Vreedzaam verhaal, door een religieuze vrouw’. In het bijbelse boek Genesis (3:15) komt ‘het zaad van de vrouw’ (haar nakomelingen) ook voor. Het verwijst daar naar Christus, die ‘de slang’ (de duivel) zal vermorzelen. Maar het Vrede tractaet was allerminst vreedzaam. De Moerloose rekende strijdlustig en discussiërend af met geruchten over haar jeugd en huwelijk, en gaf andere vrouwen advies op basis van haar eigen ervaringen.

Zuivering was dus de taak die De Moerloose op zich nam. Ze protesteerde tegen misstanden. Kinderen werden veel te veel geslagen en ook nodeloos bang gemaakt voor de duivel, vond ze. Het was veel beter ze rustig te leren nadenken over hun ervaringen. Ze was ervan overtuigd dat de Bijbel veel verwarring zaaide en geloofde lang niet alles wat erin stond. Verder stelde ze de ongelijkheid tussen man en vrouw aan de kaak. Ook de vrouw had recht op haar eigen verlangens, zeker in bed. Eigenlijk zou de liefde vrijer moeten zijn, zodat je meerdere partners kon hebben.

Arrestatie en psychiatrische opname

Door deze radicale opvattingen kostte het De Moerloose moeite een uitgever voor haar boek te vinden. Uiteindelijk stemde iemand in Amsterdam toe, die echter zijn naam niet bekend maakte. Daarna kreeg De Moerloose grote moeilijkheden. Ze werd in 1699 in Amstelveen gearresteerd omdat ze op de school die ze daar dreef de kinderen ‘zeer godloze en verfoeilijke dingen’ zou leren. Ze werd veroordeeld tot geïsoleerde opsluiting in het spinhuis (een gevangenis waar je ook moest werken). In 1706 volgde zelfs overplaatsing naar het dolhuis, de psychiatrische inrichting. Ze werd daaruit ontslagen in 1712, waarna er geen gegevens meer over haar bekend zijn.